Algemene Informatie

Geschiedenis of oorsprong
Op 1 januari 1829 trad het verbod in werking om te mogen begraven in kerken. Dit gold ook voor de grond direct om de kerk. Ten behoeve van de aanleg van de begraafplaats Voorst werd door de gemeente een stuk grond aangekocht. Dit stuk land heette De Boterton (in het dialect de bottertonne). Daar komt dus de uitdrukking, begraven op/bij de ‘bottertonne’ vandaan. De begraafplaats werd ingericht als een algemene begraafplaats voor het zuidelijk deel van de gemeente.
Sindsdien zijn er minimaal 11000 mensen begraven of via een asbus bijgezet of verstrooid. Er zijn rond 1890 veel algemene graven geruimd en opnieuw uitgeven.
Totaal zijn er per juli 2019 2.537 graven, 26 urnennissen, 1 strooiveld en 1 strooibosje uitgegeven of in gebruik.
Profiel begraafplaats
Op de gemeentelijke begraafplaats Voorst zijn 28 vakken onderverdeeld in vakken met oorlogsgraven, algemene graven, 'koopgraven' voor onbepaalde tijd en sinds juni 1973 particuliere huurgraven. De particuliere huurgraven per juni 1973 zijn te verdelen in kindergraven, urnengraven, en graven voor volwassenen. Deze worden uitgegeven in eerste instantie voor 20, 30 of 40 jaar met verlengmogelijkheid van 10 of 20 jaar.
Ook kan een urnennis in het columbarium worden gehuurd gelijk aan bovengenoemde uitgiftemogelijkeheden.
Voor het verstrooien van de as hebben wij een strooigazon en een strooibosje. Op de gedenkwand kan een gedenkplaatje worden aangebracht.
Voor bewoners van de Lathmer (Zozijn) is vak 21 beschikbaar gesteld.
Vak 1 stond vanaf 1829 tot ongeveer 1850 als hervormd gedeelte genoemd en Vak 2 en 3 Rooms Katholiek