In de negentiende eeuw werd op last van koning Willem I het begraven in en om de kerk verboden. Aan een vele eeuwen oude gewoonte kwam een einde, behalve voor leden van het koninklijk huis zelf.
Vanaf 1829 moest ook de gemeente Hellendoorn hieraan gehoor geven en werden er in dat jaar drie nieuwe begraafplaatsen geopend. In de dorpen Haarle, Daarle en in het moederdorp Hellendoorn. Wat ons herinnert aan deze laatste dodenakker is te vinden aan de Koestraat, een wat hoger gelegen met oude bomen omzoomd gedeelte van het dorp. Het is er een oase van rust waar je op je gemak al slenterend het oog kunt laten gaan over ongeveer 125 nog aanwezige grafzerken en grafkelders.
Het Oale Karkhof ligt op de hoek van de Koestraat en de Hofmanstraat. De ingang is te vinden aan de Koestraat.

Bron:www.oaldheldern.nl

Vooraan de begraafplaats zijn geen grafzerken meer te vinden, enkel nog lege grasvelden. Hier stonden grafzerken van hout voor personen die geen stenen grafzerk konden betalen. Uiteraard konden deze houten grafzerken de eeuwen niet doorstaan. Achterin (zie foto) zijn de stenen grafzerken en grafkelders te vinden. Hier liggen onder andere leden van de familie Ninaber, Bouwmeester & Biben, maar ook oud-burgemeester Robert Campbell. De grafkelders zijn van de adellijke geslachten Van Marle, Van Sternbach en Van Heerdt tot Eversberg.

Bron:Leven in Nijverdal 13-11-2016