Grafinformatie

Begraafplaats:

20538

47

b-l-28

 

 

hier rust | het stoffelijk overschot | van den heer | F.W. van Westreenen | in leven | godsd. onderw. en evangelist | der Ned. Herv. Gemeente | te Dordrecht | geb. 15-8-1822 | overl. 9-2-1908 | psalm 92.8 ‘berijmd’ | door vrienden geschonken

- Onthulling grafteeken.
Een groote schare nieuwsgierigen en belangstellenden had zich gistermiddag 1 uur op de Algemeene Begraafplaats verzameld om getuige te zijn der onthulling van het teeken dat het graf van wijlen 'meester' Van Westreenen zou sieren. Direct na diens overlijden vormde zich een commissie, die door rondzending van circulaire bij de talrijke vrienden van den doode er weldra in slaagde de noodige belangstelling en financieele hulp voor het daarstellen van een blijvende gedachtenis te vinden, die gistermiddag aan mevrouw Van WESTREENEN werd opgedragen. Onder de aanwezigen werden opgemerkt de predikanten Bouthoorn, Feykes, Schokking, Heemskerk en Slagmolen.
De heer De Pril voerde namens de commissie het woord.
"Als wij aan dezen heerlijken dag te zamen komen", zeide hij o.m., "en dit niet louter uit belangstelling in hetgeen hier geschieden zal, is het niet alleen om de oogen nederwaarts te slaan, maar ook om ze op te heffen naar den hemel". Het doel, waarvoor wij komen, moge voor u, mevrouw Van Westreenen, droevig zijn, toch is het ook blijde. Want hij, dien gij betreurt, is hier niet. Hij is opgestaan en bij zijn Vader in den hemel. Wanneer Vader roept, Zijn kind hoort, is aan hem wederom bewezen en de belangstelling op heden betoond, is een bewijs, dat zijn heengaan bij de vele vrienden en vriendinnen nog niet geluwd is.
Spreker gaf vervolgens eere wien eere toekomt door te herdenken, wat de heeren Wegman, Van der Valk, Feykes Jr en mevrouw van Overdiep deden in het belang der totstandkoming van het grafteeken, waarna dit werd ontdaan van den doek, die het dekte. Het offer van veler liefde en waardeering, den heer Van Westreenen gebracht, bestaat uit een blauwsteenen zerk, ongeveer 1 m breed en 1 1/2 m lang. Het opschrift, er op gebeiteld luidt:
Hier rust het stoffelijk overschot van den heer F.W. Van Westreenen, in leven godsdienstonderwijzer en Evangelist der Ned. herv. Gemeente te
Dordrecht. Geb. 15-8-1822, overl. 9-2-1908. Psalm 92:8 berijmd. Door vrienden geschonken.
Een viertal hardsteenen paaltjes, door kettingen met elkander verbonden, omgeven den steen.
Na de onthulling nam dominee Feykes het woord. Namens de weduwe dankte hij de commissie en allen die deze geholpen hadden. Het was haar aangenaam, dat haar echtgenoot op deze wijze geeerd werd. Het moet een prettige gewaarwording zijn hier te kunnen getuigen, dat haar man niet gestorven is, maar heengegaan tot zijnne Heere en nu leeft in deze waarheid: De gedachtenis van den rechtvaardige zal in zegen blijven. Als een eik of liever een eikel zal worden geplant, legt men er een steen op, vandaar het spreekwoord: De palmboom wast onder den druk. Het stoffelijk overschot, dat hier onder de aarde rust, is nu ook door een steen gedekt, niet omdat 't daardoor bloeie en tot ontwikkeling kome. Het heeft reeds gebloeid in den voorhof van 's Heeren huis en het zal zeker vruchten dragen. De droppel holt den steen uit en zoo zal dus ook eenmaal deze grafsteen den weg gaan van alle vleesch.
Wordt de doode gekroond door het eeregesteente dat vriendenhanden hem beschikten, boven alles gaat dat God over hem beschikte voor de eeuwigheid. Door hem te doen ingaan bij Zijn rechtvaardigen, daarmede heeft God hem gekroond, die zoo lang geeft gearbeid. En nu hij is opgegaan en juicht voor den troon, heeft hij bereids ontvangen, de kroon der rechtvaardigheid, de vrucht van de kribbe, van het kruis en het geopende graf. Zij dit heengaan weder een liefelijken herinnering dat God veel heeft om den Zijnen te geven en dat hij Zijn kinderen schenkt uit liefde en genade. Schenke Hij ons allen, als eenmaal de morgen aankomt dat de ontslapenen zullen opstaan voor Zijn troon, Hem toe te brengen lof, eer en aanbidding, Die gezegd heeft: "Leeft en gij zult levenm leven tot in eeuwigheid", Op verzoek van den predikant werd vervolgens gezonden Psalm 92;8 waarna mevrouw Van Westreenen dankte voor het geschenk, het een verkwikking vond haar noemend, dat er zooveele vrienden van - en achting bestaan voor haar echtgenoot. De heer De Pril dankte ten slotte allen nogmaals voor den verleenden steen en de betoonde belangstelling waarna de plechtigheid was afgeloopen.
[BRON: Dordrechtsche Nieuwsblad 22 april 1908]